Bern en de Alpen (9)
Zondag 4 October 2020
Het is acht uur als Janny het gordijn omhoog doet. Het wordt licht in de kamer en ik wordt wakker. We hebben weer heerlijk geslapen. We ruimen alles op en gaan naar het ontbijt. Er staat een ruim aanbod aan diverse lekkere dingen. Het enigste wat ontbreekt is een echte boterham. We klein brood wat eigenlijk moet worden getoast. Ik eet ze zo en voor Janny gaan ze door het toast apparaat.
Om ons heen wordt druk heen en weer gelopen. Er is een soort expositie van schoenen. Er staan veel tafels met nummers en er staan overal schoenen. Ik krijg van Marco een berichtje hij komt ons nog even gedag zeggen. Ik geef door dat we rond 09.45 weg rijden. Na het ontbijt kleden we ons aan en om 09.45 rijden we de parking uit. Daar staat Marco op zijn motor. Hij zegt dat Janny een stukje moet rijden. Daar gaat ze de rotonde rond en nog keer heen en weer ?.
We worden uitgezwaaid en wij rijden de snelweg op. Na Bergamo gaan we eraf richting meer van Iseo. Het is zondag en net als in Nederland zijn er vele wielrenners en motorfietsen op de weg. Bij het meer aangekomen zet ik de navigatie op een punt waar we rechtsaf willen slaan. We gaan verder en ik merk dat in plaats van langs het meer we iets meer boven het meer op een doorgaande weg rijden. Eigenlijk wel makkelijk het schiet op en je hebt een goed uitzicht. Maar het is tijd voor koffie en we verlaten de doorgaande weg en rijden het dorpje Pisogne in. We stoppen bij een terras en parkeren de motoren op de motor parkeerplaats. Het is gezellig druk en de mensen lopen heen en weer over de boulevard en over het plein voor de kerk. Kinderen spelen en de motoren rijden door de straten. Dan horen we een geklingel en niet veel alter rijdt er bijna over het terras een trein. Hij past net tussen de huizen door om naar het station te rijden.
We stappen weer op en gaan een stuk naar het Noorden. Bij het plaatsje Breno gaan we de bergen in. Dat slingert naar een hoogte van 1850 meter. De pas heet Crocedomini en na de top dalen we een schitterend landschap in waar kuddes koeien lopen en ook jagers door de bergen lopen. Via vele haarspelden en langs de snel stromende rivier komen we bij het meer van Idro. We zien wat donkere wolken en voelen wat druppels. Voor de zekerheid het regenpak aan. In het plaatsje Idro tanken we en stoppen we even voor een kaakje en wat water. Op de terug weg zien we opeens het cafe waar we samen een keer met de huurauto zijn geweest.
We zetten de navigatie in snelste route naar Hotel en via vele tunnels rijden we al snel Salo in en iets verder komen we bij het Hotel. De motoren gaan achter het hek op de parking en wij naar binnen. Kamer met balkon en uitzicht op het Gardameer.
Na het opfrissen is het zes uur en gaan we in de lounge zitten en bestellen bier met chips,pindas en olijven. We zitten wat op de telefoon als ik zie dat een Nederlandse motorrijden ook in de buurt is. Ik had al gezien dat hij ook met een vriend de regen was ontweken. Ik stuur hem een berichtje en kijk eens goed naar de fotos en zie hetzelfde hotel. Ik loop naar buiten en zie twee motorfietsen staan. Het is Admiraal van der Spek en een vriend. Bij het restaurant zien we elkaar. Hoe kan het zo lopen dat je in hetzelfde hotel aan het Gardameer zit. Even gepraat en nu tijd voor het eten. Het is weer heerlijk en het de tijd gaat snel.
Als ik dit schrijf is het 22.13 en schenkt Janny een bakje thee in.